Over de Rand bij Landgoud

Aan het einde van het Hogeland, tegen de slaperdijk aan, op een kilometer van het wad, vlak naast
Wierhuizen en boven Kloosterburen ligt Landgoud. Ik schreef bijna: het dorpje Landgoud want zo
lijkt een boerderij : het erf is het dorpsplein, met allerlei toegangswegen, er wordt gewoond en gewerkt, ’s ochtend gaat de boer aan het werk en ’s avonds komt hij terug, ieder seizoen is het werk en de omgeving anders, er zijn de vaste bewoners en dagelijks vreemde gezichten die praatjes maken, kopen, verkopen. Er zit veel cement in alle bedrijvigheid.
Landgoud, ruim 40 hectare klei en zavel, is, sinds 1981, het trotse bezit van biologisch akkerbouwer Ale Havenga en zijn vrouw. Zoon Hero Havenga wordt de opvolger.

We treffen Ale terwijl hij net de mail zat beantwoorden. Een paar honderd meter van zijn huis zijn grondwerkers bezig om de boerderijen aan de Dijksterweg aan te sluiten op glasverbinding. Het werd tijd, zegt Ale. Iedere boer zit in een netwerk van collega’s, leveranciers en afnemers. Goede verbindingen zijn, net als bij ons in de winkel, belangrijk. Van de familie van Tilburg, Waddenmax in Kloosterburen, komt stalmest. Het zaad van de mosterd die Landgoud verbouwt, is voor de mosterdfabrieken in Eenrum (Abrahams Mosterd) en Groningen (Marne). Stro en kaf gaan weer terug naar Waddenmax. Dik Soek van restaurant Piloersemaborg, heeft iedere week dozen wijn nodig die gemaakt wordt van de witte aalbessen die de Havenga’s verbouwen. Etc.

Zoals op veel biologische boerderijen in het bedrijfsplan complex: men verbouwt veel gewassen en heeft meerdere ijzers in het vuur. Naast klassieke akkerbouwgewassen als tarwe, mosterd, spelt, winterpeen, pootaardappels en een beetje emmer, is er de wat fijnere teelt van sperziebonen en de fruitteelt van de aalbessen met in dezelfde plantrijen ook hop. Dit moet wel de noordelijkste locatie in Nederland van hop zijn. De bloemen worden in september geoogst en gebruikt in het speltbier, want behalve primaire producent is Landgoud ook het huismerk van eigen spelt- en emmerpasta, bier, witte aalbessenwijn en bessensiroop.

We praten over het voorstel van Ale om een forse akkerrand in te zaaien met een gemengd bloemenmengsel van de Cruydhoek, dat bestaat uit Nederlandse kruiden die veel insecten aantrekken. Het mooist is als de strook geen rand is, zegt Ale, maar midden in een akker wordt aangelegd want de nuttige insecten, zoals loopkevers die plaaginsecten onder de duim houden, jagen wel op honderd meter van de strook af.
De kosten voor dit zaadmengsel – €1.700.- voor een hectare, maar een halve hectare zou al prachtig zijn – kunnen niet vergoed worden omdat het bedrijf al zo ‘groen’ werkt. Extra subsidie, een stapeling geld voor hetzelfde doel, is in het Europees beleid niet mogelijk. Vandaar dat Ale het plan voorlegt aan het Nieuwe Weg Natuur Fonds. Naast de akkerranden heeft Landgoud ook rietranden langs de zwetsloten aangelegd. Ale vertelt dat hij nu in de sloten veel blauwborsten, rietzangers en karekieten rond de boerderij heeft Voor deze rietranden moest ontheffing worden verkregen van het waterschap.

Zoals alle boeren graag doen, gaan we het land op. Kunnen we met de tractor, zeg ik gekscherend en even later rijdt Ale een gloednieuwe Fendt 312, een tijdelijke leentractor, uit de schuur waar we met zijn drieën in kunnen. Er zitten allerlei knopjes in, maar Ale gebruikt er maar twee en het gaspedaal. We rijden door de slaperdijk heen waarachter ingepolderde kleigrond prachtige mogelijkheden geeft voor akkerbouw. Zo vlak achter de zeedijk en met de gunstige westenwind is dit ideaal gebied voor pootaardappels. Havenga teelt ze voor de export. Er schiet een bruine kiekendief over het land, er zitten torenvalken die de muizendruk laag houden, af en toe nestelt er een kievit of scholekster maar dit is   vooral gebied voor de akkervogels.

We stappen uit bij de zeedijk en lopen naar boven voor een blik op de kwelder en het wad. Geweldig, zegt Ale, al is het maar een minuutje, maar ik moet iedere dag even op de dijk staan en naar het wad kijken. Hij wijst Schiermonnikoog aan en Rottumerplaat (dag Nicolette, Aaldrik). Het buitendijkse gedeelte is voor extensieve begrazing met schapen en paarden. Hier begint het vogelparadijs.

Henk en ik rijden terug naar Groningen. Landgoud is niet zo maar een oefening in biologisch akkerbouw. Het is een succesvol bedrijf. Voor Ale Havenga is natuur vanzelfsprekend onderdeel van het landschap waar in hij werkt. We gaan overleggen of we de bloemrijke randen kunnen realiseren.
Een tweede conclusie dring zich ook op: veel boeren klagen over de regeldruk van overheden en controlerende instanties. Ze zien allemaal mogelijkheden voor verbetering maar strikte regels zitten het
ondernemen dwars.