
De Biet Goes On
door Nathan Brinkman, Jacob de Vries
Prijs €5,95
Inleiding
Onze kroot of rode biet stamt af van de strandbiet of zeebiet, een wilde bietensoort die goed bestand is tegen zout en tegen droogte. De voederbiet, de suikerbiet en de snijbiet zijn andere afstammelingen van deze voorouderlijke bietensoort. De strandbiet kan tot een meter hoog worden en is vermoedelijk ontstaan in Midden-Europa. Hij behoort tot de amarantenfamilie; bekende familieleden zijn de spinazie en de zeekraal. Ook quinoa en de brave hendrik behoren tot de amarantenfamilie.
Waarschijnlijk begon de teelt van de strandbiet als voedselgewas zo’n tienduizend jaar geleden in Mesopotamië. In eerste instantie werden vooral de bladeren gegeten. Algauw werden tamme varianten gekweekt, maar de ‘wilde’ strandbiet bleef op het menu staan, op sommige plaatsen tot op de dag van vandaag. Ten tijde van de bouw van de piramides aten de Egyptenaren al bieten en ook de oude Grieken kenden de biet. Zij gebruikten hem als voedselplant, maar kenden er eveneens een medicinale werking aan toe. Vroeger werden bieten wel ‘Romeinse spinazie’ genoemd.
De oudste bietenresten in Nederland stammen uit de prehistorie. Het betreft versteende bietenzaden, die zijn gevonden in Noord-Holland en gedateerd zijn op ongeveer 3000 voor Christus. Het lijkt erop dat in die tijd al zowel het loof als de wortel werd gegeten. Sindsdien is de biet – in diverse varianten – niet meer weg te denken uit de Nederlandse keuken. De Franse botanicus Pierre Magnol (1638-1715) wist zelfs te melden dat Nihil in culinis Beta frequentius est (‘Niets wordt in de keuken meer gebruikt dan biet’).
Met name in de Randstad wordt in plaats van ‘rode biet’ het woord ‘kroot’ veel gebruikt. Dit woord is te herleiden tot het Franse woord carotte, dat ‘wortel’ betekent. In Vlaanderen kan ‘kroot’, naast ‘rode biet’, ook ‘peen’ of ‘voederbiet’ betekenen.
Teel
Rode bieten zijn behoorlijk ziektebestendig. Mogelijke gevaren zijn het bietenkevertje, de bietenvlieg, schurft en een enkele schimmel. Rode biet kan gezaaid worden van half februari tot eind juli. Als je heel vroeg zaait, moet je beginnen onder verwarmd glas en de jonge bietenplantjes midden april buiten uitpoten. Buiten zaaien kan vanaf april. De laatste bieten worden in november geoogst.
Het is belangrijk om de planten ruimte te geven, dus zaai niet te dicht op elkaar. Bieten staan graag op niet al te zware grond. Ze willen liever compost dan verse mest. Je kunt ze oogsten als ze groot genoeg zijn en daarna eventueel nog een tijdje koel bewaren zonder loof in een kistje met zand (tegen uitdrogen).
Gebruik in de keuken
Veel mensen zijn niet al te dol op (rode) bietjes. Bovendien kennen de meesten hooguit een paar recepten met bieten. De ietwat saaie reputatie van de kroot is echter in het geheel niet terecht. Wat dacht je van bietencarpaccio, tzatziki met rode biet of jam van rode bietjes? Misschien brengt dit kookboekje je wel op nieuwe ideeën. We zouden het leuk vinden als je die deelt met andere kookliefhebbers op www.puursmaak.nu, waar je ook de recepten uit dit boekje kunt vinden, en nog veel meer. Wie biet?