- http://denieuweweg.nu -

Honing en stuifmeel

Honing:

Planten hebben ‘honingklieren’, voornamelijk in de bloemen, die nectar afscheiden (een waterige oplossing van (biet)suiker met geurstoffen). Bijen zuigen de nectar op (alleen als het warm genoeg is en niet te droog) en verzamelen tegelijk het stuifmeel van de plant in speciale korfjes aan hun poten.
Het waterige goedje wordt omgezet in het lichaam van de bij en door indampen in de kast tot honing: ±79 % suiker, 18 % water, 3 % zuren, enzymen, geur – en kleurstoffen, mineralen, vitamine (B1), hormoonachtige stoffen en stuifmeel.
De rietsuiker (sacharose) is hierbij omgezet in enkelvoudige suikers: druivensuiker (glucose) en vruchtensuiker (fructose). Deze suikers zijn gemakkelijk en snel opneembaar in het lichaam, vandaar dat sporters er vlak voor een wedstrijd gebruik van maken. Maar ook mensen met een gestoorde darmwerking die ontzien moet worden kunnen dit licht verteerbare goedje eten.
De naam honing:

In een gewone pot honing van 450 gram zit ongeveer 1 miljoen stuifmeelkorrels (een speldenkopje). Komen 45 % van de stuifmeelkorrels van één plantsoort dan mag het de naam dragen van die plant. Dus klaverhoning heeft minimaal 45 % stuifmeelkorrels in de honing zitten die van de klaver afkomstig zijn.
Voor lindebloesem en acacia honing geldt dat 30 % al voldoende is en voor (paarden)kastanjehoning moet het 90 % zijn.
Bloemenhoning is dus gemengde honing zonder dat één plantensoort overheerst.
Vloeibaar of gekristalliseerde honing:

Honing is een verzadigde suikeroplossing en zal op den duur altijd uitkristalliseren. Maar dit kan heel snel en heel langzaam gaan. Dit is afhankelijk van het watergehalte en de verhouding tussen het druivensuiker en vruchtensuiker. Hoe meer water en vruchtensuiker, hoe langzamer de honing kristalliseert. Koolzaadhoning ( in verhouding weinig fructose) kristalliseert na enkele weken al, acacia honing (veel fructose) doet het uiterst langzaam.
Verhit men honing boven de 40 graden dan wordt deze weer vloeibaar. Boven de 60 graden ( enkele uren lang) dan blijft deze vloeibaar maar gaat er veel van de kwaliteit verloren. Vandaar dat koud geslingerde honing het beste is.
Smaak:

Over het algemeen kun je zeggen dat lichtgekleurde honingsoorten zachter van smaak zijn dan de donkere, die een scherpere en uitgesproken smaak hebben.
Stuifmeel pollen:

Het stuifmeel van de planten is essentieel voor de groei en levensduur van de bij. Per jaar heeft één bijenvolk er wel 30 tot 60 kilo van nodig. Stuifmeel bevat: maximaal 15 % vet, maximaal 35 % eiwit, maximaal 35 % suiker. Voor de rest: water, vitamine, antibiotica, geurstoffen, aminozuren, hormoonachtige stoffen en mineralen: ijzer, kalium,magnesium, silicium, calcium, fosfor, koper, zwavel, chloor en mangaan. Een soort krachtvoer dus, vandaar dat het in het voorjaar wordt gebruikt tegen fit loosheid.
Propolis:

Tenslotte: propolis. Een goedje dat de bijen niet zelf maken maar voornamelijk verzamelen en gebruiken als kitmiddel in de bijenkast. Het bestaat uit hars, was en vluchtige oliën. Het heeft een sterk antiseptische (ontsmettende) werking.